Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Roderick Leeuwenhart: ‘Het is altijd leuk de eerste te zijn.’

Een ‘geek’ in hart en nieren, zo noemt Roderick Leeuwenhart zichzelf. Onlangs verscheen zijn tweede YA-boek ‘Pindakaas en Sushi 2’, logischerwijs het vervolg op zijn gelijknamige debuut. Het werd gepresenteerd op de grote Japanse beurs Animecon in Den Haag. Hebbanrecensent Koen Driessens ondervroeg de auteur over zijn passie voor anime en manga, Japanse festivals en de geekwereld.


Roderick Leeuwenhart deed een studie Animatie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en schrijft sinds 2001 voor AniWay, het grootste Nederlandstalige tijdschrift over Japanse popcultuur. Ook is hij actief als game- en filmjournalist.  

Leeuwenhart runt bovendien zijn eigen uitgeverij, die zich richt op geeks, een community waar de auteur zelf al meer dan vijftien jaar deel van uitmaakt. Zijn eigen boeken spelen in op het groeiende enthousiasme voor Japan onder Nederlandse jongeren.  

Wat trekt je zo aan in manga, anime en populaire Japanse cultuur?
“Mijn interesse werd gewekt tijdens vakanties naar Frankrijk vroeger, waar al veel eerder dan in Nederland interesse was voor Japan. Daar zag je anime op tv en manga in de supermarché. Als je tot die tijd enkel Suske en Wiske hebt gelezen, begrijp je waarom manga er ineens uitknalt. Wat er zo leuk aan is, is dat het een heel andere kijk op verhalen/strips biedt dan je in het Westen ziet. Er is meer focus op de emoties van de personages en het gebruikt een unieke symboliek. Het durft soms verder te gaan.”  

Wat zijn je eigen favoriete reeksen of genres?
“Dat verschilt van jaar tot jaar! Ik geniet van het werk van Satoshi Kon, een (recentelijk overleden) regisseur van bijzondere, psychologisch verontrustende anime: Paprika, Paranoia Agent, Perfect Blue. Daarnaast lees ik momenteel de manga Vinland Saga (historisch epos over Vikingen) en A Bride's Story (over, schrik niet, het leven van huwbare meisjes op de steppes langs de zijderoute van een eeuw geleden). Dat is het mooie van manga: het is zo divers, je komt altijd weer iets verrassends tegen.”  

Waarom wou je jeugdboeken schrijven over deze voorliefde? Vind je dat manga en anime nog te onbekend zijn?
“Je vraag beantwoordt zichzelf: ik schrijf erover omdat ik ervan hou. Je ziet juist dat manga en anime populairder worden, de animeconventies worden steeds beter bezocht. Daarnaast deed niemand anders dit, en het is altijd leuk de eerste te zijn.”  

Heb je de boeken over Marle en haar vriendinnen in mangastijl willen schrijven? Hoe zou je die stijl zelf omschrijven?
“De boeken zijn, denk ik, vooral heel westers qua opzet. Ik heb wel goed gekeken naar Japanse 'light novels', die populair zijn. Dat zijn korte romans die inderdaad lezen als een aflevering van een anime: vlot, met nadruk op innerlijke gedachten, relaties. Daar heeft Pindakaas en Sushi zijn korte hoofdstukken en vaart aan te danken.”  

Heb je je manuscripten aangeboden aan uitgevers of heb je meteen het plan opgevat ze in eigen beheer uit te geven? Was dat moeilijk of duur om te doen? Hoe distribueer je je boeken?
“Ik heb het eerste deel een tijdje aan reguliere uitgevers aangeboden. Daar kreeg ik leuke reacties op, ik mocht hier en daar langskomen. Toen bleek dat ze vaak niet goed wisten wat ze ermee aan moesten, het is iets te veel 'niche' voor een grote uitgever. Ze spoorden me aan zelf aan de slag te gaan met het uitgeven, dus dat heb ik gedaan. Het was niet duur, maar wél tricky, en vooral heel veel werk. Je moet alles uitzoeken: hoe maak ik mijn boek op, hoe krijg ik het gedrukt, hoe verkoop ik het? Ik ben er wel van overtuigd dat het de moeite is, want aan het eind van de rit heb je veel geleerd. Ik geef soms workshops en lezingen met tips & tricks, want gedeelde kennis is happy kennis.”  

Welke auteurs of boeken zijn nog welkom in Uitgeverij Leeuwenhart?
“Aha! Ik wil heel graag andermans werk uitgeven. Uitgeverij Leeuwenhart is een 'geek' uitgeverij, maar dat begrip is heel breed. Fantasy en sciencefiction vallen er ook onder, of superheldenverhalen, of – zoals PindaSushi – YA-romans die zich in de geekwereld afspelen. Kwaliteit staat natuurlijk voorop. Mag ik dit interview als podiumpje gebruiken om aspirerende én gevestigde auteurs aan te moedigen hun werk te overleggen? Ze kunnen me op dit mailadres bereiken.”   

Is er een publiek voor dit soort YA-boeken? Moet je ook zot zijn van manga om ervan te houden?
“Als ik de afgelopen jaren iéts heb gemerkt, is het dat dit leeft onder de mensen. YA-lezers zijn een veelbelovende groep en Japan is hot. Het enthousiasme is dan ook groot. Ik verkoop de boeken online en sta veel op beurzen en festivals, waar ik direct contact heb met lezers. Dat is ook echt de moeite waard, het is leuk om ieders verhaal te horen. En moet je al fan zijn om de boeken te lezen? Ze zijn zo geschreven dat het voor fans een feest van herkenning is, en voor nieuwkomers een goede introductie in de Japanse geekwereld.”  

Ben je zelf een cosplayer? Als welk figuur dan?
“Ik heb vroeger weleens cosplays gedragen. Het is een leuke hobby, ik heb er alleen geen tijd meer voor nu ik schrijf. Mijn leukste cosplays waren, in willekeurige volgorde: Mr. Godot (Phoenix Wright-games), Team Rocket, Joker (The Dark Knight) en Dr. Horrible (Dr. Horrible's Sing-Along Blog).”  

Zijn de avonturen van Marle en haar vriendinnen op de beurs en in Japan slechts een middel om iets te vertellen over Animecon en gelijkaardige beurzen of over het land? Is het vooral je bedoeling de lezers te laten kennismaken met zulke beurzen en de wereld van de anime?
“Oorspronkelijk was PindaSushi 1 half bedoeld als introductie op Japanse festivals en half als roman. Dat werkte echter niet, dus heb ik het 100% op het verhaal gericht. Je weet soms pas of iets werkt als je het hebt geschreven. Het is dus echt een verhalenserie, maar wel eentje met een onmiskenbare Japanse, geeky inslag. Ik merk wel vanuit de festivalwereld dat de organisatoren het geweldig vinden, eentje noemde het 'de bijbel voor conventiegangers'.”  

Hoe zou je de relatie tussen Marle en haar vriendinnen omschrijven? Ze zijn goede vriendinnen, maar kunnen elkaars ogen soms uitkrabben.
“Aan het begin van de serie is Marle nog niet zo close met haar vriendinnen, ze leert hen (en zichzelf) gedurende het boek pas echt goed kennen. Dat gaat natuurlijk met vallen en opstaan. Er zijn forse ruzies en jaloezie, maar ook veel gezellige momenten aan de ontbijttafel en op de hotelkamer. De vriendengroep is gewoon heel menselijk, je leeft enorm met ze mee. Ik zou ze omschrijven als hechte vrienden, met alles wat er soms bij komt kijken.”  

Soms voel je als lezer mee met Marle, soms is ze onuitstaanbaar: hoe zie jij je hoofdpersonage en hoe evolueert zij?
“Marle is een dankbaar en interessant figuur. Ze is slim, introvert en zit vaak iets te veel 'in haar hoofd'. We bekijken het verhaal vanuit haar perspectief, en dat levert spanning op... Ziet ze de dingen wel zoals ze zijn? Vaak is ze overtuigd van iets, maar blijkt het toch anders in elkaar te zitten. Ze ziet dingen over het hoofd, bijvoorbeeld schokkende geheimen die haar vriendinnen bij zich dragen. Iemand anders zou dat misschien oppikken door goed te observeren, maar Marle vindt het soms lastig haar eigen blik op de wereld los te laten. En dat levert ook voor de lezer verrassingen op, want dit is háár verhaal. Je moet je tijdens het lezen stiekem telkens afvragen: klopt dit eigenlijk wel, zoals ze alles beschrijft? Wat zou er aan de hand kunnen zijn dat ze zelf niet ziet?”  

Marle ziet soms dingen die er niet zijn. Waarom vermeng je werkelijkheid en illusie?
“Ik hou van fantasy en droomwerelden, dus vond het een leuk idee om Marle een levendige fantasie te geven. Ze kan opgaan in haar verbeelding, waar ze tegen haar angsten en twijfels vecht, die de vorm hebben van waanzinnige wezens uit haar onderbewuste. In het tweede boek vermeng ik dat met de geesten uit Japanse folklore: de yokai. Daar laat ik steeds meer in het midden wat echt is en wat niet, dat mag de lezer zelf uitvinden.”  

Je gebruikt daarbij graag Japanse mythologische figuren. Welke vind je de boeiendste?
“In Pindakaas en Sushi 2 is er een grote rol weggelegd voor een doodeng figuur, de noppera-bo. Dit zijn wezens die er op het eerste oogopslag menselijk uitzien, maar ineens geen gezicht blijken te hebben. Zij achtervolgen Marle voor een mysterieuze reden. Japan zit vol met dit soort griezels. Ik zou niet graag op vakantie gaan en dan ineens overal noppera-bo tegenkomen. Huiveren...”  

Er komt nog een derde deel in de reeks. Ga je daarna iets totaal anders schrijven? Je spreekt van een sf-epos: wat is dat?
Pindakaas en Sushi wordt inderdaad een trilogie. Wat ik daarna ga doen, staat nog open. Ik wil graag een keer beginnen met een sciencefictionverhalenreeks die ik al lange tijd in mijn hoofd heb. Aan de andere kant zijn er nog zoveel leuke dingen om te doen met Japan... De tijd zal het leren. Bedankt in ieder geval voor dit interview, hopelijk heb ik de lezers nieuwsgierig gemaakt naar Pindakaas en Sushi!”   


Meer weten over de auteur of zijn boeken? Klik hier.  





Over de auteur

Koen Driessens

47 volgers
103 boeken
0 favorieten
Hebban Recensent


Reacties op: Roderick Leeuwenhart: ‘Het is altijd leuk de eerste te zijn.’

 

Gerelateerd

Over

Roderick Leeuwenhart

Roderick Leeuwenhart

Roderick Leeuwenhart (1983) schrijft voornamelijk sciencefiction, met uitstapjes...