Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
    Evi F. Verhasselt Auteur

Blogpost: Evi F. Verhasselt

De jacht

Bij elke stap die ze zette, welden er nieuwe geuren op uit het bladerdek onder haar voeten. De regenval van afgelopen nacht had de indringende geuren van rottend hout en schimmels weggewassen, en plaats gemaakt voor de stille belofte van lentebloemen, gedoopt in dauw en zonlicht. Ze lette erop haar voeten neer te zetten in het zompige mos, zodat het hert dat ze in haar vizier had niet zou opschrikken. Duim voor duim baande ze zich een weg naar het meertje, elke tak op haar pad ontwijkend en elke ontluikende struik voorzichtig wegduwend.

"Is dit niet dicht genoeg?"

"Ssttt... Aggie, wees stil."

Het hert stopte abrupt met drinken en keek op. Zijn oren draaiden alert alle kanten op en zijn benen trilden, klaar om weg te rennen bij het minste gevaar. Celie proefde de lucht. De wind stond goed. Er was geen kans op dat haar lichaamsgeur de neus van het hert zou alarmeren. Ze waagde nog een stap. Het hert week terug van de waterplas en Celie bevroor. Ze moest het schot nu nemen, anders was het te laat. Tergend traag richtte ze haar boog en trok de pees op tot aan haar kin. De pijl lag kaarsrecht op het doelwit. Ze ademde de kille ochtendlucht in en liet die vervolgens samen met haar pijl ontsnappen. Geluidloos vloog de dood door het woud en Celie wist dat het raak zou zijn. Vanavond aten ze hertenvlees.

Een droog ploppend geluid brak de ontwakende stilte van het woud, gevolgd door een vlijmscherpe knal en een zachte bons van iets dat op de bosbodem viel. In een warreling van gebroken twijgjes ging het hert er vandoor.

"Wat was dat?"

"Geen hert alleszins."

"Het leek wel alsof er iets in de lucht verscheen, Aggie. Iets blauws."

"Ja, dat zag ik ook. Ga je nog kijken wat je geschoten hebt?"

"Wat? Ga je niet mee?"

"Ben je gek? Jij bent de ridder. Ik blijf wel lekker hier."

Celie schudde het hoofd. Ondanks alles bleef Aggie een eekhoorn in hart en nieren. Op haar hoede liep ze in de richting van het meer tot ze de veren van haar pijl zag die parmantig de lucht in staken. Het blad zat diep in het hart van een vierkantig, blauw ding. Een boek. Wat deed een boek in het midden van het woud?

 De zwaardvrouwe greep haar pijl en trok het boek los. Ondanks het vuile, vochtige papier en het gat in het midden, was de kaft maar al te duidelijk. De goudgele letters schreeuwden haar toe en de tekening gaf haar koude rillingen.

"Aggie? Dit moet je zien!"

In enkele tellen was hij bij haar. Geschokt staarde hij naar de voorkant van het boek.

"Zijn wij dat?"

"Ik... ik denk het wel. Samen met Illis. Weet je nog? Toen we achtervolgd werden door die luchtdraak?"

"Natuurlijk, dat scheelde maar een haartje. En jij maar schreeuwen!"

"Dit boek gaat over ons, Aggie."

"Maar, waar komt het vandaan?"

"Geen idee. Dit moet het werk zijn van een tovenaar volgens mij."

"Of van Tataneh. Dit lijkt me echt iets dat zij zou doen."

"Je hebt gelijk, Aggie, maar... wat moeten we ermee?"

Aggie haalde zijn schouders op.

"Het is een boek. Lezen?"

Reacties op: De jacht