Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Degelijk, geloofwaardig en "very British"

"Als je bedenkt hoeveel kinderen er in deze wijk en in heel Swainsdale wonen, en hoeveel van hen er wél worden mishandeld, dan is er één belangrijke vraag die moet worden beantwoord."
"Welke dan?" vroeg Brenda Scupham.
"Waarom Gemma?" zei Banks, en hij vertrok.

Waarom Gemma? Dat is de sleutelvraag die inspecteur Alan Banks bezig houdt in zijn onderzoek naar de verdwijning van de zevenjarige Gemma Scupham. Enkele dagen voordien hadden een dame en een heer bij Gemma's moeder Brenda aangebeld en zich voorgesteld als maatschappelijk werkers. Ze beweerden over aanwijzingen te beschikken dat Gemma misbruikt werd en dat ze daarom moest meekomen naar het bureau voor verder onderzoek. Brenda − marginaal arm, labiel en niet bijster intelligent − is zo onder de indruk van het deftige paar dat ze haar dochter laat meenemen. Maar als Gemma de volgende dag niet wordt teruggebracht zoals was beloofd, wordt Brenda ongerust en schakelt ze de politie in...
Inspecteur Alan Banks vindt echter geen spoor. Naarmate de dagen voorbijgaan begint hij het ergste te vrezen, temeer omdat enkele recente gelijkaardige ontvoeringen slecht waren afgelopen. Dan wordt het lijk ontdekt van een vermoorde man, en moet een tweede onderzoek worden opgestart. Banks neemt de moordzaak voor zijn rekening en hoofdinspecteur Gristhorpe − Banks' directe chef − zal de ontvoering van Gemma verder onderzoeken.
Beide onderzoeken verlopen gescheiden van elkaar, niets wijst er immers op dat de ene zaak iets met de andere kan te maken hebben. Maar de collega's Banks en Gristhorpe praten natuurlijk wel met elkaar over hun werk, en als er toch een verband wordt gevonden tussen de vermoorde man en de ontvoerde Gemma, komt alles in een stroomversnelling. Het onderzoek krijgt wansmakelijke trekken als sommige sporen wijzen in de richting van satanische offerrituelen...

De Britse auteur Peter Robinson schreef al tweeëntwintig thrillers met "DI" Alan Banks in de hoofdrol (een bundel met vier korte verhalen buiten beschouwing gelaten). Uitgeverij Bruna heeft er daar in Nederlandse vertaling negentien van uitgegeven, evenwel in een tamelijk onlogische volgorde. Ik beperk mij tot volgende data: Peter Robinson schreef Wednesday's child in 1992, het was zijn zesde thriller in de Alan Banks-reeks, en Bruna publiceerde Woensdagkind in 2008. Volgens de flaptekst is Woensdagkind het vervolg op Schijnbeeld: dat boek had ik niet gelezen, maar op geen enkel moment voelde dat aan als een gemis.

In feite had ik zelfs nog nooit een boek van Peter Robinson gelezen, en dat voelt nu, na Woensdagkind, wél aan als een gemis. Ik heb wat achtergrondinformatie opgezocht, en in heel wat reacties op zijn recente boeken lees ik dat Robinson gegroeid is in zijn vak, dat hij in positieve zin geëvolueerd is. Dat klinkt veelbelovend, want ik vond Woensdagkind − ik herhaal: uit 1992 − een detectiveroman pur sang, goed geschreven, toegankelijk, "very British" en het bewijs dat degelijk en diepgaand detectivewerk van alle tijden is. Je moet het boek natuurlijk lezen met oog voor de tijd: het is niet omdat Alan Banks met een Walkman rondloopt dat het verhaal gedateerd is.

Robinson observeert zijn personages haarscherp, en heeft soms maar enkele woorden of een paar zinnen nodig om ze vervolgens loepzuiver te typeren. Hoofdrolspeler Alan Banks is een slimme, vasthoudende speurder met een stevige brok gezond verstand. Zijn werk is belangrijk, maar hij verliest zijn familiaal leven niet uit het oog. Hij is getrouwd en heeft een (al uitgevlogen) zoon en twee dochters die hem de nodige kopzorgen geven. Robinson houdt al die privébesognes echter mooi binnen de perken: ze volstaan om Banks op persoonlijk vlak wat beter te leren kennen, maar ze gaan het verhaal niet overheersen. Die goed uitgebalanceerde dosering geldt trouwens ook voor de inkijk die we krijgen in de privélevens van de andere personages: Robinson gaat nooit op de overtreffende trap staan.

Die realistische benadering zien we eveneens in de setting waar de auteur voor gekozen heeft. Alles speelt zich af in en rond het fictieve stadje Eastvale. Robinson heeft zich niet laten verleiden tot een al te romantische voorstelling van de setting, en ontloopt zo de vergelijking met Midsomer murders. Ik vermeld dit uitdrukkelijk omdat die − naar mijn mening onterechte − vergelijking weleens gemaakt wordt. Eastvale is realistischer dan Midsomer, wat rauwer ook. Hier niet alleen maar idyllische cottages, maar ook vervallen fabrieken en sociaal onderbedeelde woonwijken. En nu ik het toch over realiteitszin heb: "DI" Alan Banks is iets meer 'echt mens' dan "DCI" Tom Barnaby.

Een superthriller is Woensdagkind niet, en gelukkig maar: een superthriller schrijf je maar één keer, er een serie van tweeëntwintig mee maken is quasi onmogelijk. Woensdagkind is wél een degelijke, fijnzinnig opgebouwde, geloofwaardige en meeslepend vertelde detectiveroman met een geleidelijk oplopende spanning en een verrassende ontknoping.

Wat Mari Jungstedt vorig jaar voor mij was, dat is Peter Robinson dit jaar: een ontdekking. Ik wil alvast weten hoe Alan Banks verder evolueert, en gelukkig heb ik daar nog ongeveer twintig kansen voor.
1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Robert Van der Meiren

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.