Interview /
1 op 1: Josten & Smits
Begin deze maand verscheen hun debuut: Opgelicht, een thriller over vastgoedfraude, ambtelijke corruptie, politieke onmacht en witte boordencriminaliteit, het begin van een nieuwe reeks met opsporingsambtenaar Denise de Wit. Opgelicht werd de afgelopen weken met veel enthousiasme ontvangen en lovend besproken door o.a. Rinus Ferdinandusse (auteur en voormalig hoofdredacteur van de VN Detective & Thrillergids) en presentator Frits Spits.
Speciaal voor Crimezone interviewden de nieuwbakken thrillerauteurs elkaar in een 1-op-1 gesprek.
5 vragen van de openbaar aanklager aan de onderzoeksjournalist
Rob: Heb je mij ooit gewantrouwd? Nooit gedacht dat ik stiekem zelf voor de AIVD of een andere geheime dienst werkte, of dat ik onze samenwerking misbruikte voor een of andere campagne om het OM ‘dichter bij de mensen’ te krijgen?
Marc: ‘Als jurist van origine zeg ik: presumed innocent. Onschuldig tenzij het tegendeel is bewezen. Als onderzoeksjournalist zeg ik: je weet het maar nooit. Niets is zo absurd als de werkelijkheid. Vooralsnog zie ik geen aanleiding om onze geestrijke samenwerking om redenen van beroepsethiek op te zeggen. Integendeel!’
Rob: Bescheidenheid is niet de eerste karaktertrek die me in jou opvalt. Hoe ga jij om met al die lovende eerste reacties op Opgelicht?
Marc: ‘Klopt. Bescheiden ben ik inderdaad niet, maar tegelijkertijd heb ik een hekel aan kapsones. Als hoofdredacteur van diverse programma’s van de Publieke Omroep moet ik erop toezien dat praatjes steeds in evenwicht blijven met prestaties. Dat is overigens geen moeilijke klus bij mijn huidige werkgever, waar ik sinds een half jaar werk. Bij HUMAN, een deftige imprint van de VPRO, gericht op humanisme en filosofie, is dikdoenerij een natuurlijk taboe. Daar zit een intellectueel beredeneerde vorm van bescheidenheid en een op innerlijke verdieping gebaseerde dienstbaarheid in het DNA. Bij deze spirituele elite zou ik een modderfiguur slaan als ik me zou laten voorstaan op het succes van zoiets alledaags als een thriller. Ik zal je eerlijk bekennen: die denkomgeving is buitengemeen heilzaam voor mijn nederigheid.’
Rob: We zijn allebei fans van het thrillergenre. Welke boeken springen er voor jou uit?
Marc: ‘Als het om stijl gaat dan geniet ik het meest van Graham Greene en John le Carré. Our Man From Havanna en The Spy Who Came In From The Cold staan voor mij eenzaam bovenaan. Als het om karakters gaat, dan val ik voor de hoofdpersonen die zich ergens in het vagevuur tussen goed en kwaad bevinden, zoals Tom Ripley van Patricia Highsmith, Vito en Michael Corleone van Mario Puzo, Harry Bosch van Michael Connelly en misschien ook wel Dexter, de sympathieke seriemoordenaar uit de gelijknamige tv-serie. Als het om spanningsopbouw gaat, dan vind ik The Silence of the Lambs van Thomas Harris ongeëvenaard in zijn cliffhangers en Grishams The Firm, vooral de eerste honderd pagina’s behoren tot het beste in het genre: je voelt overal het onheil zonder dat auteur het ook maar ergens benoemt. De film The Usual Suspects is van eenzame klasse als het om een grandioze ontknoping gaat. Heel belangrijk vind ik ook filmische snelheid van een thriller. Vanuit die invalshoek beveel ik iedereen het complete werk van Lee Child en Michael Connelly aan. En de beste Nederlandse thriller aller tijden is voor mij De Turkenflat van Henk Apotheker.’
Rob: Waarom wilde je zo graag samenwerken met mij?
Marc: ‘Het was een sneeuwbaleffect. Eerst was je de buitengewoon openhartige officier van justitie over wie ik een verhaal maakte in een periode dat alle politiezaken erg gevoelig lagen, daarna bleek jij een buurtbewoner met wie ik graag de kroeg indook, vervolgens bleek je thrillerliefhebber te zijn en dat je net als ik graag een thriller zou willen schrijven. In de praktijk bleek dat we elkaar erg goed aanvullen.’
Rob: En Marc, wat was jouw drijfveer om Opgelicht te schrijven?
Marc: ‘Buiten ijdelheid – want iedere auteur moet wel een vorm van ijdelheid hebben – vooral het intense maakplezier. We hadden een geweldige ambitie, weet je nog? Om voor een groot publiek een spannend boek te schrijven dat snel was als een TGV en diep groef als een bejaarde psychiater. Dat is het volgens mij ook geworden. Opgelicht is één razendsnelle worsteling tussen goed en kwaad. Tja, en als je heel hard en gemeen in mijn ziel knijpt, wil ik ook nog wel vertellen dat er tussen al het gejakker en gejaag nog één piepklein boodschapje schuilgaat. Bak hem alvast in je tegeltje: alleen een scherp bewustzijn in eigen goed en kwaad bij zo veel mogelijk burgers zal leiden tot een veiligere samenleving. De rechtsstaat is geen schepping van buitenaf, de rechtsstaat hoort diep verankerd in onszelf te zitten. Denise de Wit, de hoofdpersoon, is daar naar op zoek.’
5 vragen van de onderzoeksjournalist aan de openbaar aanklager
Marc: Heb je mij ooit gewantrouwd? Dat ik onder het voorwendsel van een boek in het geniep een deep throat bij justitie aan me zou willen binden?
Rob: ‘Je lijdt aan beroepsdeformatie, Marc. Onze gemeenschappelijke geschiedenis is geen verhaal van macht en tegenmacht. Er is ook nog zoiets als vriendschap.’
Marc: In de eerste reacties hoor je veel over het feit dat er zoveel gezopen wordt en dat er zoveel seks in Opgelicht zit.
Rob: ‘Ik denk dat er in vergelijking met het echte leven relatief weinig seks en drank in zit. Als mannen met op hedonistisch vlak een doldriest verleden en een niet onverdienstelijk heden hebben we ons ingehouden. Denise de Wit is een zeer energiek persoon die veel levensenergie heeft. De seks spat van haar af en definieert haar wezen in de meest elementaire vorm. Ze is de krolse kat die na een copieuze maaltijd met een sigaret achteloos in haar mondhoek, achter een schaal afgekloven oesters, haar tafelgenoot berijdt. Maar ze is ook de bedachtzame juriste die er steeds voor wil zorgen dat het recht zijn loop krijgt.
We hebben het er samen veel over gehad: het is veel vaker de seksuele drift, libido, of anders gezegd de 'lust for life', die het wezen van mannen en vrouwen verklaart dan hun beroep of hobby. Dus ook hierin volgen we de werkelijkheid.’
Marc: Hoe diep is de werkelijkheid in Opgelicht verankerd?
Rob: ‘Het sap van de werkelijkheid zit in het hele boek. Concrete situaties, zoals de inkijkoperatie op het feestje van vastgoedtycoon Hoboken, heb ik zelf meegemaakt. Je kunt het dan zeer realistisch beschrijven.
Ook de megalomanie van een vastgoedbedrijf als HoboInvest hoort voor mij tot de vaste routine. En niet te vergeten het gebrek aan moraal. Hoe vaak ik als openbaar aanklager niet aanloop tegen een cultuur van zelfverrijking en groeien ten koste van alles. Hoe vaak worden aardige, goedopgeleide mensen niet verleid om in ruil voor loopbaan en fortuin de wet te overtreden. Daar valt bijna niet tegenop te rechercheren en vervolgen. Diep in mijn hart zou ik wensen dat er heel veel Denise de Wits zouden zijn. Mensen die zich opwerpen tegen het zich in steeds onschuldiger vormen manifesterende kwaad. Mensen die bewust zijn dat het ‘recht' in onszelf zit en dat een gebrek aan ‘recht’ in onszelf de maatschappij verkankert. Maar ik weet dat dat lang niet voor alle mensen geldt. Anders zou ik de werkelijkheid geweld aandoen. En dat is nou precies wat wij níét willen. Bas Heijne beschreef dat zo treffend in zijn laatste essaybundel: De ware humanist laat zich geen knollen voor citroenen verkopen. Die weet namelijk waarmee hij te maken heeft: de mens.’
Marc: Waarom heb je mij uitgekozen als partner in crime?
Rob: ‘Ik heb je leren kennen toen je mij volgde als journalist in mijn werk als officier van justitie. Als trouw lezer van Vrij Nederland kende ik je werk al goed. Toen bleek je ook nog eens een aardige vent te zijn. Het stuk dat je schreef over Justitie in Haarlem (1995) was ontroerend en uit het hart gegrepen. Een Orwelliaanse sfeer straalde het uit, met in de hoofdrollen de sloebers aan de onderkant van de maatschappij die aan alle kanten de grenzen van het recht tartten en in de bijrollen de politiemannen en officieren die met enige creativiteit lokaal recht en orde probeerden te handhaven.
Toen later bij een goed glas bier het idee ontstond om samen een thriller te schrijven. hoefde ik niet lang na te denken. Wat daarbij ook van belang was, was dat jij en ik ook toen al maatschappelijk ongeveer op één lijn zaten. Gaandeweg bleken er ook verschillen, maar de discussies die dat opleverde waren alleen maar inspirerend.’
Marc: Hoe belangrijk is een spannende plot?
Rob: ‘Allesbepalend. Ik maak nogal eens mee dat ik een thriller lees waar een spannende opbouw in zit maar als puntje bij paaltje komt, blijkt de plot een ongeloofwaardige constructie te zijn. Dat vind ik een afknapper.
Een plot is datgene waar het verhaal om heen geweven is. Een sterk verhaal kan niet zonder een sterke plot. Een goede thriller leidt je stapje voor stapje naar de ontknoping waarbij de spanning immens moet zijn. Af en toe ondraaglijk. Waarbij de lezer met regelmaat op het verkeerde been moet worden gezet. Pas dan kun je spreken van een pageturner.
In ons boek is dat het permanente streven geweest.’
Josten & Smits zijn aanwezig op de Avond van het Spannende Boek op 31 mei a.s. in de Melkweg te Amsterdam.