Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

Interview Tomas Ross

Hoe negatief prins Bernhard ook uit zijn serie over de Tweede Wereldoorlog komt, Tomas Ross heeft niet de pest aan Zijne Koninklijke Hoogheid zaliger. Achterop deel drie van de serie staat dan ook een foto van Ross’ vader die een koninklijke onderscheiding krijgt van de prins. “Die foto staat er niet voor niets. Het was nodig om die op de achterflap te plaatsen. Het geeft mijn gevoelens over de prins weer.”

Tomas Ross, alias voor de Haagse thrillerschrijver Willem Hogendoorn, is naar boekhandel Dekker van der Vegt in Arnhem gekomen om zijn nieuwste boek te promoten. Op verzoek van zijn fans zet hij zijn handtekening in de gekochte exemplaren van King Kong. Maar belangrijker is misschien wel dat hij is gekomen om te discussiëren over zijn trilogie.
Van deze gelegenheid maken de bezoekers dankbaar gebruik. De vragen worden op de schrijver afgevuurd. Over prins Bernhard, over King Kong, over de Slag om Arnhem. Het zijn de echte diehards die zijn gekomen. Het is stralend weer, het wil maar niet gezellig druk worden in de winkelstraat. “Het is veel te warm,” verzucht Tomas Ross. Dat er toch nog zo’n twintig man op hem zijn afgekomen, valt hem alleszins mee.
De trilogie over de oorlogsjaren is weer eens iets heel anders geweest voor de schrijver die inmiddels al zo’n vijftig boeken en scenrario’s voor tv-series en films op zijn naam heeft staan. “Een trilogie bestaat in de thrillerwereld eigenlijk niet. De boeken moesten dan ook apart leesbaar zijn.”
Het is eigenlijk toeval dat Ross aan de serie is begonnen, bekent hij in Arnhem. “Het is een frustrerend verhaal over mezelf,” legt hij uit. “Ik was bezig met een boek als de Da Vinci Code van Dan Brown. Ik had het verhaal in mijn hoofd van een jezuiet-archeoloog die in een stuk barnsteen in de Dode Zee het zaad van Christus vond. Nou, dan volgt een speurtocht naar een nieuwe Maria. Het was bedoeld als een filmscenario, maar toen ik klaar was, wilde niemand het verfilmen. Dat was geen Nederlandse film. Dat was Amerikaans. Het moest concurreren met de film Da Vinci Code. Ik ben het gaan herschrijven als een boek. Ik had al honderd bladzijden af.”
Op dat moment belde zijn uitgever, de Bezige Bij. Zij somden op waarom Tomas Ross over de oorlog moest gaan schrijven: het is zestig jaar na de Slag om Arnhem, zijn vader verhoorde na de oorlog de landverrader King Kong, Ross schreef eerder over prins Bernhard. “Het was dus eigenlijk puur commercieel gedacht,” herinnert Ross zich. “Ik moest hét boek over Arnhem schrijven. Ik ben begonnen met het onderzoek en stuitte op een heel vreemd incident in Den Haag tijdens de Duitse aanval in de meidagen van 1940. Ik dacht: dat is een spannende proloog voor de Slag om Arnhem. Maar dat liep uit op een apart boek. Daarna volgde als vanzelf een boek over de jaren ’41 en ’42 over het Englandspiel.”
Tomas Ross is een fenomeen in de Nederlandse schrijverswereld. Hij produceert boeken alsof het lopende-bandwerk is. Want naast de trilogie heeft hij de afgelopen tijd een boek – Kidnap – geschreven samen met Rinus Ferdinandusse en ook nog even een boek over een aanslag op Ayaan Hirsi Ali. Voor dat laatste boek werd hij opnieuw genomineerd voor de Gouden Strop van dit jaar. De prijs voor de beste Nederlandstalige thriller ging net aan zijn neus voorbij: Charles den Tex won met De macht van meneer Miller. “Ik was bezig met deel II toen ik het verhaal hoorde over een mislukte aanslag op Ayaan Hirsi Ali. Zij mocht even terugkomen uit Amerika om oud en nieuw met vrienden in Den Haag te vieren. Ik ben gaan checken bij bekenden en het bleek te kloppen. Dat was een mooi pauze-plot voor mij. Ik was de oorlog even moe en wilde wat anders. Ik heb toen in zes weken De hand van God geschreven. Ja, ik schrijf snel als het plot in mijn hoofd zit. Ik dacht: Als Fredrick Forsyth in zes weken De dag van de jakhals kan schrijven, moet ik dat ook kunnen over een aanslag op Ayaan.”
Terug naar de trilogie. Dat heeft Tomas Ross heel veel tijd gekost. Niet het schrijven zelf, maar het historisch onderzoek vrat tijd. Elk detail moest kloppen. “Het moet een authentiek verhaal zijn. Dan schrijf je niet dat iemand een sigaret opsteekt, maar dat hij een Gold Flake neemt. Ik doe dat onderzoek allemaal zelf. Ik ben geen Ludlum die een staf van tientallen mensen had om onderzoek voor hem te doen. En dan nog klopt het niet wat hij schrijft. In een van zijn boeken laat hij een AWACS-vliegtuig van Sint Maarten naar Saba vliegen. Zo’n groot vliegtuig op Saba? Ik denk het niet. Met een klein vliegtuigje kan je er al bijna niet landen.”
Tomas Ross schrijft – zegt hij zelf – factie. Fictie gebaseerd op feiten. Met behulp van internet, maar ook door met mensen te spreken, krijgt hij de feiten, de details, die hij zoekt. “Welke sigaretten werden gerookt, hoe heette die surrogaatkoffie die jullie dronken. Dat moet kloppen. Ik vind dat leuker dan pure fictie. Daarin mag je alles. Bij mij moet het kloppen. Ik krijg Balkenende nooit in een bordeel. Dat kan gewoon niet. Wij hadden in Nederland eigenlijk alleen die rare Bernhard. Een naïeve, ijdele man, dol op champagne en mooie vrouwen. Daar kan ik over schrijven. Maar na deze serie niet meer. Luister: Ik schrijf nooit meer over Bernhard. Hij zit in zes van mijn boeken. De affaires van de prins raken gewoon op.”



Over de auteur

Gijs Korevaar

0 volgers
0 boeken
0 favorieten
Specialist


Reacties op: Interview Tomas Ross

 

Over

Tomas Ross

Tomas Ross

Tomas Ross (1944, pseudoniem van Willem Hogendoorn) is auteur en scenarist. Na h...