Vanaf de middeleeuwen lieten vorsten en burgers zich portretteren in de gedaante van bekende bijbelfiguren. Denk bij deze bijbelse portraits historiés bijvoorbeeld aan portretten als de oudtestamentische koning David of als de herders bij de Aanbidding van het Christuskind. De Moderne Devotie stimuleerde de inleving in de bijbelse verhalenwereld. Portraits historiés in Passiescènes vormen de visuele weerslag hiervan. Men kroop in de huid van geloofshelden en geloofsgetuigen van het eerste uur, zoals de apostelen bij het Laatste Avondmaal. In de tijd van de Reformatie bleek de portretwijze een geschikt middel om de persoonlijke verbondenheid met een bepaalde geloofsgroep te verbeelden. De bekende bijbelse beeldtaal werd hierbij gebruikt voor stellingname in theologische debatten en om deze ingewikkelde materie begrijpelijk te maken. In de Noordelijke Nederlanden van de zeventiende eeuw ontwikkelde het bijbelse portrait historié zich tot een volwaardig subgenre van de historie- en portretschilderkunst.