Het fenomeen kroongetuige mag zich de laatste jaren in grote belangstelling verheugen, niet alleen bij de opsporing en vervolging van grote strafzaken maar ook in de media en in de maatschappij. De berichtgeving is meestal niet positief van toon. Doordat kroongetuigen met enige regelmaat overhoop liggen met het OM, wordt getwijfeld aan de betrouwbaarheid van die kroongetuigen én aan de rechtmatigheid van de door het OM beloofde tegenprestaties.
Is er iets mis met de wijze waarop justitie overeenkomsten met getuigen aangaat? Ligt dat aan het type getuige en heeft het OM heel veel pech gehad met zijn kroongetuigen of zijn er structurele problemen bij de met getuigenbescherming belaste functionarissen? Hoe verhoudt de overeenkomst om een verklaring af te leggen zich tot de getuigenbeschermingsovereenkomst? Is sprake van tekortkomingen op wettelijk of rechtstheoretisch niveau die zich vertalen naar de praktijk? Samengevat: Biedt het geheel aan wet-en regelgeving dat ziet op kroongetuigen en getuigenbescherming een werkbaar juridisch kader voor de strafpraktijk?
Op die vragen hoopt dit onderzoek antwoord te geven door de beide overeenkomsten die met een kroongetuige worden gesloten aan een kritisch rechtstheoretisch en praktisch onderzoek te onderwerpen. Er wordt bekeken hoe de problemen die zich in de praktijk voordoen kunnen worden voorkomen en een slagvaardige en rechtsstatelijk verantwoorde kroongetuigenregeling haar plaats binnen het Nederlandse strafproces kan krijgen.
Is er iets mis met de wijze waarop justitie overeenkomsten met getuigen aangaat? Ligt dat aan het type getuige en heeft het OM heel veel pech gehad met zijn kroongetuigen of zijn er structurele problemen bij de met getuigenbescherming belaste functionarissen? Hoe verhoudt de overeenkomst om een verklaring af te leggen zich tot de getuigenbeschermingsovereenkomst? Is sprake van tekortkomingen op wettelijk of rechtstheoretisch niveau die zich vertalen naar de praktijk? Samengevat: Biedt het geheel aan wet-en regelgeving dat ziet op kroongetuigen en getuigenbescherming een werkbaar juridisch kader voor de strafpraktijk?
Op die vragen hoopt dit onderzoek antwoord te geven door de beide overeenkomsten die met een kroongetuige worden gesloten aan een kritisch rechtstheoretisch en praktisch onderzoek te onderwerpen. Er wordt bekeken hoe de problemen die zich in de praktijk voordoen kunnen worden voorkomen en een slagvaardige en rechtsstatelijk verantwoorde kroongetuigenregeling haar plaats binnen het Nederlandse strafproces kan krijgen.