Jorrit rende zo hard als hij kon op de nooddeur af en trok de hendel met een wilde ruk omhoog. Hij duwde de deur open en rende met drie treden tegelijk de brandtrap af. Vanaf de vierde tree sprong hij op de grond en sprintte over het paadje naar het bos. Achter zich hoorde hij Harold veel sneller dan hij had gehoopt van de brandtrap afspringen en de achtervolging inzetten. Angstig keek hij even snel achterom en zag het verbeten gezicht van Harold vlak achter hem. Hij moest sneller.
Het is een winderige dag op Texel. De veertienjarige Jorrit baant zich al mopperend een weg tussen de bomen door. Hij had eerder die dag van de natuurkundeleraar te horen gekregen dat hij vrijdagmiddag bijles moest nemen.
Plotseling stuit hij op een merkwaardig object. Het kent zijn naam en heeft zijn hulp nodig. Jorrit snapt er niets van.
Intussen zijn in het hotel van Jorrits ouders drie gasten aangekomen, die zich voorstellen als onderzoekers. Zij willen koste wat het kost het vreemde object vinden. In een race tegen de klok probeert Jorrit samen met zijn buurmeisje Marjolein, de onderzoekers op een dwaalspoor te brengen. En dan komen ze tot opzienbarende ontdekkingen.
Een makkelijk leesbaar, spannend jeugdboek.
