John Berendt (de ik-figuur) wordt op slag verliefd op Savannah, een zonnig, lommerrijke en zo op het oog rustige havenstad in het Zuiden van de Verenigde Staten, waar de grandeur uit vroeger tijden is hersteld. Hij besluit zich hier voor een deel van het jaar te vestigen en leert een reeks kleurrijke excentriekelingen kennen: Jim Williams, de nouveau riche antiekhandelaar met een passie voor jongens en nazi-parafernalia; Emma Kelly, de grote zwarte vrouw bijgenaamd 'de dame van de zesduizend liedjes', Luther Driggers, de uitvinder van de vlooienband, die voldoende gif in huis heeft om de gehele bevolking om te brengen, Lady Chablis, de luidruchtige zwarte transsexueel en Joe Odom, jurist, bareigenaar en vooral 'handige jongen'. De stad wordt opgeschrikt als Jim Williams 'uit zelfverdediging' zijn aantrekkelijke, maar lastige protétegé neerschiet. Voor het eerst in de geschiedenis van Savannah, waar dergelijke zaken altijd onderling en netjes 'geregeld' worden, wordt een man vier keer voor dezelfde moord aangeklaagd. Hij zoekt niet alleen hulp van dure advocaten, maar ook van de voodoo-priesteres Minerva. Echter, wie de bal kaatst en de medewerking van bovennatuurlijke krachten inroept, moet hem terugverwachten...