In wat we in Nederland de Gouden Eeuw noemen beleeft Europa één van de donkerste periodes uit haar geschiedenis. Ambrosius van Virmundt, een Zuid-Nederlandse ridder van Duitsen bloed, vecht in navolging van zijn vader voor het behoud van het Heilige Roomse Rijk dat bedreigd wordt door Franse bezetters, Zweedse houwdegens, Hollandse opstandelingen en krijgszuchtige Turken. Hij komt op voor vergeten waarden in een wereld die voor zijn ogen verandert. Zijn devote zuster voorspelt hem dat de ondergang van het eeuwenoude keizerrijk het einde der tijden zal inluiden. Ambrosius doet verwoede pogingen medestanders te vinden in zijn strijd om de oude orde te herstellen en het noodlot af te wenden.
