Vijftien jaar geleden, op 9 augustus 1993, legde Albert II de eed af als zesde koning der Belgen. In zijn jonge jaren was de prins vooral bekend om zijn liefde voor mooie auto’s en snelle motoren, en om zijn huwelijk met de knappe Paola. Vóór de dood van Boudewijn geloofde niemand dat Albert ooit koning zou worden, ook hijzelf niet. Men ging ervan uit dat Albert, die intussen de zestig naderde, de troon zou afstaan aan zijn zoon, prins Filip. Maar Boudewijns plotse dood en Filips gebrek aan ervaring beslisten hier anders over.
Sinds 9 augustus 1993 ontpopte Albert zich tot een toegankelijke, open vorst. Buiten een joviale koning, is Albert ook de pater familias van een uitgebreid nageslacht, dat vooral de laatste jaren een ware babyboom meemaakt. Onze koning is de trotse opa van maar liefst twaalf kleinkinderen, met nog een dertiende op komst.
Dit rijkelijk geïllustreerde boek schildert op een levendige manier de hoogtepunten in het leven van prins en koning, die bovenal een hartelijke man is en zich nauw betrokken voelt bij het lot van zijn landgenoten en familie.
Sinds 9 augustus 1993 ontpopte Albert zich tot een toegankelijke, open vorst. Buiten een joviale koning, is Albert ook de pater familias van een uitgebreid nageslacht, dat vooral de laatste jaren een ware babyboom meemaakt. Onze koning is de trotse opa van maar liefst twaalf kleinkinderen, met nog een dertiende op komst.
Dit rijkelijk geïllustreerde boek schildert op een levendige manier de hoogtepunten in het leven van prins en koning, die bovenal een hartelijke man is en zich nauw betrokken voelt bij het lot van zijn landgenoten en familie.
