Denken aan ‘nu’ bleef pijn doen. Denken aan vroeger was altijd gemakkelijk geweest. En aan wat er later zou gebeuren, wilde hij liever niet denken. De dag van Leander, denkt Andreas, dat is de dag waarop zijn broer wordt gegrepen door een auto. Dat is de dag waarop alles verandert voor Andreas en zijn familie. Leander komt zwaargewond in het zi nhuis terecht. Andreas’ vader en moeder hebben enkel nog aandacht voor hem, voor hoe het ‘nu’ met hem gaat. Aan later durft niemand te denken. Andreas begrijpt dat wel, maar soms maakt het hem boos en opstandig. Gelukkig is er Rebecca. Met haar kan Andreas praten over zijn vele verwarrende gadachten. En heel langzaam, heel voorzichtig wordt het ‘nu’ toch ‘later’. Herkenbaar en aangrijpend relaas over een gezin dat ontredderd reageert als een broertje zwaargewond raakt bij een verkeersongeval. Door de ogen van Andreas zien we hoe ingrijpend zo’n gebeurtenis is, ook voor de broers en zussen van het slachtoffer. Het hele gezin is ontregeld, Andreas loopt er verloren bij en probeert in z’n eentje om te gaan met de vele emoties, met zijn verdriet, zijn schuldgevoel, zijn boosheid.
