In dit boek wordt gezocht naar een verklaring van de opkomst en neergang van de Hollandse economie tussen 1350 en 1850 in relatie tot de arbeidsmarkt. Aangezien alle economische activiteiten door arbeiders worden uitgevoerd, kan kapitalisme alleen bestaan wanneer werknemers loonarbeid voor een ondernemer verrichten, is het uitgangspunt van de auteur daarbij. Hiertoe presenteert hij een economische interpretatie van het handelskapitalisme binnen het theoretisch kader van de Marxistische geschiedbeschouwing. In deze school wordt het handelskapitalisme van de vroegmoderne periode gezien als een fase in de ontwikkeling van de wereldeconomie naar het industrieel kapitalisme van de negentiende en twintigste eeuw. Gepoogd wordt een theorie van de werking en structuur van dit handelskapitalisme te ontwikkelen en te toetsten aan de hand van de Hollandse case-study. Tenslotte beoogt Van Zanden een synthese te geven van de stand van het onderzoek naar de arbeidsmarkt in Holland tijdens de vroegmoderne periode.
