Wil den Hollander vertelt ons hoe ze als jonge vrouw in 1947 in een afgelegen boshuis moet leven, zonder enige luxe en als buren een aan de drank verslaafd echtpaar. Na zes jaar moeten ze vanwege een nieuwe wet hun huis uit. Daarna komen ze op een verlopen boerderij terecht met een torenhoge hypotheek. Aan de jaren vol tegenslag en rampspoed lijkt even een eind te komen, wanneer een Franse boer voor een veel te hoge prijs vee wil kopen.