Adam Woods, veelbelovende twintiger heeft net een studie kunstgeschiedenis afgerond en vertrekt opgetogen naar Venetië om het Engels van de zoon van een welgesteld echtpaar bij te spijkeren. Een prachtige kans om zijn droom waar te maken: een grote roman over Venetië schrijven. De baan gaat niet door, maar hij krijgt wel een andere: die van secretaris annex gezelschapsdame voor een excentrieke Engelse kluizenaar die al decennialang zijn prachtige palazzo, tot de nok toe gevuld met authentieke kunstwerken, niet verlaten heeft. Gordon Crace schreef ooit één bestseller, The Debating Society, om zich daarna terug te trekken in zijn vesting in Venetië. Crace stelt Adam een paar vreemde voorwaarden: Adam mag nooit refereren aan zijn boek; hij mag het huis alleen verlaten om boodschappen te doen, binnen een vastgestelde tijd; hij mag onder geen enkele omstandigheid vragen naar Crace? privéleven en hij mag nooit met derden praten of corresponderen over wat zich binnen de muren van het palazzo afspeelt. Adam stemt toe en een merkwaardig kat-en-muisspel begint, waarbij niet altijd duidelijk is wie de kat is en wie de muis, want niet alleen Crace heeft dingen te verbergen?
