In 1942 dienden alle diamantairs van België en Nederland io de Diamantbeurs hun voorraden in te leveren. Miljoenen aan voorraden geslepen en ruwe diamant werden in Brussel respectievelijk Arnhem ‘in depot bewaard’. In werkelijkheid verkochten de nazi’s de voorraden op de wereldmarkt. Na de oorlog bleek er echter een enorm verschil te zij tussen wat er verkocht en wat er terug gekomen was. De grootste opkoper van de diamanten blijkt SS-officier Friedrich Kadgien. Hij was een vertrouweling van Herman Göring en verantwoordelijk voor de dwangarbeiders en de deviezenverkoop, zo dringend noodzakelijk voor de Duitse oorlogsindustrie.
De auteurs bewijzen dat Kadgien via een Zwitserse stroman miljoenen overmaakt naar Zuid-Amerika, waar de nazi in de jaren vijftig opduikt in Columbia, Brazilië en Argentinië.