In Desmonds kleedkamer was een sluier van algemene verbazing neergedaald. Buiten Doban had elk van de aanwezigen een andere reden om door de onthulling van zijn stuk te zijn gebracht. Ised had haar handen samengebracht voor haar ver opengevallen mond en keek alsof haar oogleden zich nooit meer zouden sluiten. In haar grote, opengesperde ogen was de weerspiegeling van de jongen tegenover haar te zien. Hij was niet langer Nasha Blaze, hij was niet langer haar nieuwe metgezel en studiemaatje. Hij was de Jongen met de Gave, de Obiquo. Hoe kon dat? Nasha's gedachten hadden zich vertaald in een onbegrijpelijk gemompel: 'De Gave ... Dus Doban had het over mij in het Bos van Sighea ... Dat is de reden voor al die rare dingen die ik kan doen ... Maar wat is 'de Gave' nu eigenlijk?' Ised ging naar hem toe. 'Zoals je gehoord hebt, heb jij een Gave. Een zeldzame Gave die in het verleden maar één keer werd gegeven en die grote en ernstige veranderingen met zich meebracht ...' Het is de nacht van Halloween en de tijd lijkt te zijn gestopt. In het Wonderatelier ontdekt Nasha samen met de trouwe Doban en de beeldschone Ised dat hij een grote Kracht bezit: hij kan tegelijk in de echte en de magische wereld leven en is daardoor de enige die de Droomwereld kan redden van de Schimmen en de nachtmerries die zij doen ontstaan. Magie is daarbij zijn enige wapen ... In Doomville zijn de volgelingen van de Verkoper van de Stertafels intussen Nasha's tante Nya op het spoor. Ze doen er alles aan om haar gevangen te nemen. Het gevecht tussen goed en kwaad komt steeds dichterbij, maar Nasha is niet alleen: iemand is bereid hem ten koste van zijn eigen leven te beschermen ...
