In het verhaal "De kever", dat net als een cirkel geen einde of begin heeft, neemt Ajvaz de lezer mee naar de bibliotheek van de Karelsuniversiteit in Praag.
Terwijl plaats en tijd in het verhaal niet veranderen, wordt de lezer toch meegevoerd naar de wonderlijkste plekken: een bos van jassen op kapstokken, een paleis van malachiet, een rijk onder water. De reële en de imaginaire wereld vloeien steeds in elkaar over. Rijkelijk fabulerend schotelt de schrijver de lezer allerlei filosofische kwesties en magische werelden voor. Maar wie de gemene kever is, blijft een raadsel. Het verhaal is representatief te noemen voor Ajvaz' werk.
Terwijl plaats en tijd in het verhaal niet veranderen, wordt de lezer toch meegevoerd naar de wonderlijkste plekken: een bos van jassen op kapstokken, een paleis van malachiet, een rijk onder water. De reële en de imaginaire wereld vloeien steeds in elkaar over. Rijkelijk fabulerend schotelt de schrijver de lezer allerlei filosofische kwesties en magische werelden voor. Maar wie de gemene kever is, blijft een raadsel. Het verhaal is representatief te noemen voor Ajvaz' werk.