Selfmade zakenman Roman Kerkorian worstelt en wroet zich door het leven. Hij nadert de door hem zo verafschuwde kaap van de zeventig, zijn club Racing FC zit in wreed slechte papieren, en dan wordt hij bij eenoude vriend geroepen…
De laatste man vertelt een meeslepend verhaal over vergane glorie en nieuwe liefde, tot op de draad versleten vriendschap, ziekte en aftakeling, eenzaamheid, doorgaan tot de laatste snik, de angst voor het zwarte gat en het onafwendbare einde... Dit alles overgoten met de nodige humor, jazeker!
Deze vierde roman van Koen Van Wichelen (1966) is afwisselend hard en zacht van toon, ontroerend en hilarisch, zoet en zuur en bij momenten net zo adembenemend en spannend als een thriller. De lezer weze gewaarschuwd: eens je aan dit boek begint, laat die dekselse Oude Krokodil Kerkorian je 344 pagina’s lang niet meer los. Om het met de woorden van de President zelve te zeggen: En avant la musique!
