Hardo Hartfeld, een vrijgezel van begin dertig, neemt na de dood van zijn vader de leiding op zich van een grote machinefabriek. Ondanks zijn inzet stagneert de verkoop en moet hij uiteindelijk het bedrijf verkopen. Naast, of juist door, de spanningen die dit met zich meebrengt, is hij op zoek naar de zin van het leven. Door contacten met kennissen en zakenrelaties verdiept hij zich in de wereldgodsdiensten en levensbeschouwingen. Via een ex-werkneemster komt hij in aanraking met de Bijbel en vindt door haar het geloof in Jezus Christus.