Jessica vindt zichzelf niet raar. Ze ziet de wereld alleen vanuit een ander perspectief. Voor Jessica Fontaine is de wereld een onbegrijpelijke en soms zelfs angstwekkende plek. Als kind is ze alleen tevreden wanneer ze piano kan spelen of rond kan lopen in de lege ruimtes van het vervallen buitenhuis van haar ouders. Vijfentwintig jaar later is ze gescheiden, woont ze samen met haar volwassen zoon en blijft ze behoefte hebben aan fysieke en emotionele ruimte. Als haar gewelddadige ex-man weer ten tonele verschijnt, verandert dat haar huidige leven, maar ook haar herinneringen aan het verleden.