In dit eerste deel van De tien tijdvakken worden de eerste drie tijdvakken besproken aan de hand van de kenmerkende aspecten. Bij ieder aspect worden voorbeelden gegeven die als kapstok dienen voor een beter begrip van de geschiedenis.
In dit deel komen de kenmerkende aspecten aan bod die horen bij:
- De tijd van jagers en boeren: het begin van de mensheid en de uitvinding van de landbouw.
- De tijd van Grieken en Romeinen: de democratie en wetenschap in het oude Griekenland, en het imperialisme van de Romeinen.
De tijd van monniken en ridders: het ontstaan van het hofstelsel en het leenstelsel, de groei van het christendom tot de belangrijkste godsdienst in Europa, en het begin van de islam in het Midden-Oosten.
Aan de hand van de voorbeelden wordt een basis gelegd voor een beter begrip van de geschiedenis. Het vormt daarom een uitstekende introductie op het vak!
In dit deel komen de kenmerkende aspecten aan bod die horen bij:
- De tijd van jagers en boeren: het begin van de mensheid en de uitvinding van de landbouw.
- De tijd van Grieken en Romeinen: de democratie en wetenschap in het oude Griekenland, en het imperialisme van de Romeinen.
De tijd van monniken en ridders: het ontstaan van het hofstelsel en het leenstelsel, de groei van het christendom tot de belangrijkste godsdienst in Europa, en het begin van de islam in het Midden-Oosten.
Aan de hand van de voorbeelden wordt een basis gelegd voor een beter begrip van de geschiedenis. Het vormt daarom een uitstekende introductie op het vak!