De vrolijke jaren uit 1987 bevat stukkies uit de jaren zestig en zeventig die destijds niet gebundeld werden. Beschreven worden carmiggelts snel groeiende kleinkinderschare en zijn uitstapjes naar de steeg; ook zijn er anekdotes over du perron, roland holst en james joyce. Een prachtig kolderverhaal is 'Telefoontje' aan het slot waarvan de auteur doodgestoken wordt. De titel 'Zelfportret in stukjes' dekt de lading: autobiografische kronkels domineren. Vanzelfsprekend is het decor veelal den haag. Op het lange voorhout ontmoet carmiggelt iemand die zich hem van de schoolkrant herinnert. Ook hier toont carmiggelt zich een scherp observator. Een kelner sloft weg met een rug vol weerzin. En het platvloerse wordt niet geschuwd: op een seksboekje in een kiosk is een dame afgebeeld met aan elefantiasis grenzende tieten.