Er hing een bordje bij de deur waarop met krijt inquisitie, Amauta, ketterij en tovenarij was geschreven. De deur was nog nauwelijks open of Amauta kwam tierend naar buiten. ‘Dat werd tijd! Kun je hier opgesloten worden omdat je God aanbidt?’ Hij priemde een wijsvinger tegen de borst van de pater die de deur opengemaakt had. ‘Ha, daar heb je er zo een. Wij zitten allebei aan de verkeerde kant van deze deur, u en ik! Wij gaan ter plekke ruilen!’
Peru, 1584. Kroonprins Sinchi heeft zijn zoektocht naar een nieuwe plaats voor de bewoners van de vrije Incastad Machu Picchu voltooid. Nu hij vijftien is en zijn opdracht heeft vervuld, kan hij tot hun koning gekroond worden. Dat zal in de nieuwe stad Paititi gebeuren. In kleine groepjes, onzichtbaar voor de Spanjaarden, hebben de bewoners van Machu Picchu zich daar al bij hem gevoegd. Sinchi’s vriend Tuco en de oude wijze Amauta zijn de laatsten. Ze zoeken in Cuzco hun vriendin Nadi op en vragen haar om hen te vergezellen, want Sinchi wil haar iets belangrijks vragen. Maar voor ze kunnen gaan, ontstaan er flinke problemen met de Spaanse inquisitie. Bovendien wordt Nadi’s oom Felipe ontvoerd. Ze kan zomaar niet naar Paititi en... wil ze dat wel?
De weg naar Paititi is het derde en laatste deel van De Incaprins. De eerdere delen zijn De urnen van Machu Picchu en Het geheim van de chakana.
