Na de dood van Andreas, de Kareliër, nemen zijn zonen zijn taken over in het Vorstendom Nowgorod aan het begin van de dertiende eeuw. Zoon Johannes controleert de orde en veiligheid. Schoonzoon Aleksei wordt de legerleider en Jacobus volgt Alexander op als vorst. Samen proberen ze hun vijanden buiten de landsgrenzen te houden. Daarvoor moet menige slag geleverd worden, maar het lukt hen telkens weer. Maar dan wordt het voortbestaan van het vorstenhuis ondermijnd door ziekte en dood. Bij gebrek aan troonopvolgers bedenkt Jacobus een nieuwe bestuursvorm. Nowgorod wordt een republiek.