De mol wil iets doen voor de maan. Die staat altijd alleen aan de hemel en krijgt nooit eens bezoek. Hij besluit een lied voor de maan te schrijven. Maar dat is moeilijker dan gedacht. Het moet rijmen, denktde mol, en lopen. Of eigenlijk niet lopen, maar dansen. Een lied rijmt en danst.
Maan, staan, gaan, waan, slaan, traan...
Maan, laat me niet in de waan...
Als hij klaar is gaat de mol ermee naar de sprinkhaan, die dirigent is van een orkest. Ze repeteren tot het helemaal goed is en s nachts geven ze een prachtig concert. Maar waarom kijkt de maan daarna zo triest?
Maan, staan, gaan, waan, slaan, traan...
Maan, laat me niet in de waan...
Als hij klaar is gaat de mol ermee naar de sprinkhaan, die dirigent is van een orkest. Ze repeteren tot het helemaal goed is en s nachts geven ze een prachtig concert. Maar waarom kijkt de maan daarna zo triest?