In Een Nederlandse politie-inspecteur verindischt nooit beschrijft historica Tineke Bennema de rol van de Nederlands-Indische politie aan de hand van de geschiedenis van haar grootvader, die in de jaren dertig en veertig inspecteur van politie was op Java en Sumatra. Het boek schetst op persoonlijke wijze de opkomst van de Nederlandse politie tussen 1914 en de Japanse bezetting. In 1919 was het politieapparaat gereorganiseerd en ongeveer 1500 Nederlandse commandanten en inspecteurs, onder wie Cornelis Bennema, probeerden met Indonesische agenten in de gehele archipel de orde te handhaven. Opvallend in het boek is dat de Nederlandse politie de eerste maanden na de Japanse inval nauw samenwerkte met deze bezetters in opdracht van het Nederlands-Indische bestuur. Het was de laatste fase voor de volledige implosie van het politieapparaat.