Het is veel te lang geleden dat er eigen werk van Koen Stassijns verscheen. Wel maakte hij de ene na de andere bloemlezing uit de wereldliteratuur, en de vrees was gerechtvaardigd dat de confrontatie met al dat fraais verlammend werkte. Maar niets bleek minder waar. In stilte werkte hij aan zijn gedichten, hij schreef er talrijke en wie hem volgt – bijvoorbeeld online – wist al wel beter: Stassijns zweeg niet echt. Het duurde even voordat de gedichten zich tot een bundel wisten te ontvouwen, maar nu is het eindelijk zover: de lang verwachte bundel Hemelingen.
Ik schoot. Zijn lichaam dat onverbiddelijk viel
bezat de gratie van de vertragende dans
waarmee een marionet uit een schimmenspel
verdwijnt. Als een ontzielde vod, in een spiraal
naar beneden. Ontroering is een totale taal
die door geen grenzen wordt getemperd noch beknot.
Stassijns schuwt geen onderwerpen en gaat het leven zinnelijk te lijf. Hij is nietsontziend over familie, vrienden, bekenden, en eigenlijk vooral over zichzelf. Dit is poëzie die levenskracht uitstraalt, en leven is. Stassijns laat niet onberoerd: aan Hemelingen valt niet te ontsnappen.
Ik schoot. Zijn lichaam dat onverbiddelijk viel
bezat de gratie van de vertragende dans
waarmee een marionet uit een schimmenspel
verdwijnt. Als een ontzielde vod, in een spiraal
naar beneden. Ontroering is een totale taal
die door geen grenzen wordt getemperd noch beknot.
Stassijns schuwt geen onderwerpen en gaat het leven zinnelijk te lijf. Hij is nietsontziend over familie, vrienden, bekenden, en eigenlijk vooral over zichzelf. Dit is poëzie die levenskracht uitstraalt, en leven is. Stassijns laat niet onberoerd: aan Hemelingen valt niet te ontsnappen.