Het volk had een heel eigen kijk op de vrijmetselaars. In allerlei verhalen versmolten de vrijmetselaars zelfs met de bokkenrijders, of ze kregen althans bokkenrijderskenmerken: ze hadden een verbond met de duivel gesloten, en ze ‘reden’. Het ging over ‘freemasons’ (franc-maçons, vrijmetselaars) die bij voorbeeld in de lucht een feestelijke nachtelijke bijeenkomst hielden: een soort sabbat. De Vlaamse auteur Ernest Claes noemde de bokkenrijders en de ‘frammesons’ in één adem. Vermoedelijk werden de benden van Overmaas een tijd gemanipuleerd door een loge met een politiek doel, vermoedelijk gevestigd in Luik en met Lehaen als verbindingsman.