Hoog-Keesje zegt dat er een eiland voor de kust ligt, dat hij vanaf de vuurtoren heeft zien liggen. De vissers lachen hem uit, maar zijn zusje Miertje zegt: "Zullen we erheen?" Hoog-Keesje schrikt, maar het brengt hem op een idee...
Hoog-Keesje zegt dat er een eiland voor de kust ligt, dat hij vanaf de vuurtoren heeft zien liggen. De vissers lachen hem uit, maar zijn zusje Miertje zegt: "Zullen we erheen?" Hoog-Keesje schrikt, maar het brengt hem op een idee...
Wil je kort reageren op dit boek of een vraag stellen aan andere lezers, plaats dan een reactie.