Edward Fisher had door Gods genade een helder zicht op 'de gouden draad van het Genadeverbond', die door de Heilige Schrift heenloopt. Fisher was boekverkoper en kapper in Londen en werd toentertijd door de rechtzinnige predikanten in die stad zeer geacht. Hoewel hij zelf geen predikambt droeg, was hij een groot theoloog. In 1645 verscheen 'Het merg van het Evangelie (Marrow of Modern Divinity). Dit boek getuigt van een bijzondere gave om verwarde zielen praktisch-geestelijk onderwijs te geven in de eenvoud van een kinderlijk geloofsleven. Een geloof dat zich slechts hoeft te richten op de Heere Jezus Christus, Die van Zichzelf getuigt: 'Ik ben de Weg, de Waarheid en het leven.'
Dr. H. Folmer herschreef de vertaling van Alexander Comrie in hedendaags Nederlands. Comrie vertaalde het werk in 1757 in het Nederlands omdat het zeer geschikt was om gelovigen het onderscheid tussen wet en Evangelie te leren. L.J. van Valen voorzag Fishers tekst van een historische inleiding.
Dr. H. Folmer herschreef de vertaling van Alexander Comrie in hedendaags Nederlands. Comrie vertaalde het werk in 1757 in het Nederlands omdat het zeer geschikt was om gelovigen het onderscheid tussen wet en Evangelie te leren. L.J. van Valen voorzag Fishers tekst van een historische inleiding.