De fabels van La Fontaine verschenen voor het eerst in 1668 en het laatste en twaalfde deel in 1694, een jaar voor zijn dood. Hoewel reeds drie eeuwen oud, zijn ze in wezen nog veel ouder, want voor een groot deel ontleend aan de fabeldichter der Oudheid Aesopus, die als afgezant van Croesus van Lydië, door de priesters van Delphi, vanwege zijn scherpe tong omstreeks 550 voor Chr. Werd vermoord. Maar La Fontaine heeft de fabels een geheel nieuw leven geschonken door zijn briljante woordkeuze, die tot in onze dagen niets aan waarde heeft ingeboet.