Na de val van de Sovjet–Unie viel het communistische rijk uiteen in vele republieken. In het hart van Azië, nabij brandhaarden als Irak, Iran, Afghanistan en Pakistan, kregen landen als Oezbekistan, Kirgizië en Tadzjikistan hun plek op de wereldkaart terug. Zes maanden lang reisde journalist en schrijfster Linda Otter door deze voormalige Sovjetrepublieken. Ze trok via de steppen van Kirgizië naar Oezbekistan en liftte door het Pamirgebergte in Tadzjikistan. Wildwestkapitalisme gaat in deze landen hand in hand met de opbloei van traditie en religie. Tradities als het ontvoeren van vrouwen zijn weer aan de orde van de dag, net als polygamie en Koranles in het Arabisch. Otter belandt in bordelen, portretteert feministen n intellectuelen en ontmoet imams, gekidnapte vrouwen en smokkelaars. Ook de aanhangers van een sjiitische sekte die Fatima – de dochter van Mohammed – vereren, kruisen haar pad. Linda Otter laat haar hoofdpersonen en lezers bespiegelingen maken over religie, cultuur en de rechten van de vrouw in het nieuwe Centraal–Azië
