Een kleine organisatie die werkt met vrijwilligers heeft zich ten doel gesteld voormalige Nazi-misdadigers op te sporen. Max Liebig, een ex-politieman, krijgt het verzoek de concentratiekampbeul Richter op te sporen. Een moeizame en, zoals al gauw duidelijk wordt, ook een gevaarlijke onderneming. Richter heeft machtige beschermers achter zich. Liebig wordt geholpen door Tommy Seitz, een jonge voormalige kleine crimineel en uitermate snelle, handige chauffeur en inbreker en Thomas Lange, die als medewerker op het Historische Instituut veel informatie over voormalige nazi's kan verschaffen. Tijdens de zoektocht ontmoet Liebig Rita Gruning, op wie hij meteen verliefd wordt, een liefde die zich mede door haar tragische verleden, slechts aarzelend ontwikkelt. De jacht op Richter die voert vanuit Hamburg door heel Duitsland, Italië en Argentinië, heeft een onverwachte afloop.
Albert de Beer (1939) was jarenlang leraar aan een middelbare school en heeft een fascinatie voor geschiedenis en in het bijzonder voor de Tweede Wereldoorlog. Schrijven heeft hij al heel lang gedaan: verhalen, cabaretteksten en toneelstukken. Hij schrijft elke twee weken een column in een plaatselijk blad.
Albert de Beer (1939) was jarenlang leraar aan een middelbare school en heeft een fascinatie voor geschiedenis en in het bijzonder voor de Tweede Wereldoorlog. Schrijven heeft hij al heel lang gedaan: verhalen, cabaretteksten en toneelstukken. Hij schrijft elke twee weken een column in een plaatselijk blad.
