Bij het schrijven van dit boek stonden Van Straaten verschillende doeleinden voor ogen. Zo wilde hij iets vastleggen vanuit de gezichtshoek van het na de Tweede Wereldoorlog sterk uitgedijde middenkader, waaraan in de contemporaire geschiedschrijving over de Bank nog weinig aandacht is besteed. Voorts ging het hem om een karaktertekening van – en het – noteren van menige anekdote over die markante bankpresident van destijds die door het grote publiek al weer bijna is vergeten en met wie hij jarenlang te maken had.
111 blz.
111 blz.
