Ongewild slok jij mij op, terwijl ik mij voor jou verstop. Verweven in doodlopende wegen, ren ik in verwarde toestand door alle stegen. Met gemak blijf jij mij bij, wat wil jij van mij? Steeg na steeg ren ik harder weg. Ik ren dagelijks door en vecht. Zonder moeite haal jij mij in, waardoor ik met een valse start begin. Veel mensen rennen niet, terwijl je deze strijd veel ziet. Niet veel mensen komen in opstand, toch ziet iedereen deze toestand. Onbegrepen gaan deze vechters er doorheen.