De dertienjarige Maksim verzamelt skeletten en botten van alles wat in zee leeft. Net als zijn vader wil hij later als beroemd wetenschapper de geheimen van de diepzee ontraadselen. Uiteraard gelooft Maksim in de evolutie, in de logica van de natuur, totdat kluizenaar Huug van der Niet in zijn leven komt. Deze man heeft op het Noordwijkse strand een gruwelijke ervaring met een zeemeermin gehad. Maksim zou het verhaal graag als flauwekul afdoen, maar de kluizenaar heeft harde bewijzen. En zo gaat Maksim tóch op zoek naar iets dat hij eigenlijk niet kan geloven: het geraamte van een zeemeermin. De speurtocht voert hem naar een bunker in de Noordwijkse duinen én naar de diepzeebodem bij de Filipijnen. Dáár wordt hem dan eindelijk de waarheid geopenbaard over dit onbegrijpelijke zeewezen.
