Wie denkt dat Kees Wiese, die op 82-jarige leeftijd debuteerde met de
roman 'Vénavi', nu wel uitgeschreven zou zijn, vergiste zich deerlijk.
Dat bleek al bij het kort daarop verschijnen van 'Gebundeld Schrift',
met extra korte verhalen (100 woorden), sonnetten, haiku's en
novelles.
Het blijkt opnieuw uit deze bundel, die naar een – bijna vergeten –
oud-Hollands gezegde heet: 'Wie kort wil gaan, moet zijn benen
afzagen'. Daarin honderd extra korte verhalen, honderd sonnetten en
honderd haiku's.
Bij leven en welzijn volgt meer.
Kees Wiese was ruim veertig jaar dagbladjournalist. In die jaren –
waarin hij dagelijks schreef en tal van journalistieke functies vervulde –
was voor fictie uiteraard geen plaats. Als journalist had hij zich aan de
feiten te houden. Ook al hoorde hij de wonderlijkste verhalen, zij
dienden grondig op hun waarheidsgehalte te worden getoetst.
Nu – grootvader en ruim twintig jaar met pensioen – kan hij zijn zo
lang gebreidelde fantasie ruim baan geven. Die overgang van harde
realiteit naar pure fictie – waarbij hij ruimschoots gebruikmaakt van
ooit gehoorde (anonieme) verhalen, dromen, eigen ervaringen en
verzinsels – kostte hem enkele jaren.
Of het dat waard was?
Het oordeel is aan de lezer.
roman 'Vénavi', nu wel uitgeschreven zou zijn, vergiste zich deerlijk.
Dat bleek al bij het kort daarop verschijnen van 'Gebundeld Schrift',
met extra korte verhalen (100 woorden), sonnetten, haiku's en
novelles.
Het blijkt opnieuw uit deze bundel, die naar een – bijna vergeten –
oud-Hollands gezegde heet: 'Wie kort wil gaan, moet zijn benen
afzagen'. Daarin honderd extra korte verhalen, honderd sonnetten en
honderd haiku's.
Bij leven en welzijn volgt meer.
Kees Wiese was ruim veertig jaar dagbladjournalist. In die jaren –
waarin hij dagelijks schreef en tal van journalistieke functies vervulde –
was voor fictie uiteraard geen plaats. Als journalist had hij zich aan de
feiten te houden. Ook al hoorde hij de wonderlijkste verhalen, zij
dienden grondig op hun waarheidsgehalte te worden getoetst.
Nu – grootvader en ruim twintig jaar met pensioen – kan hij zijn zo
lang gebreidelde fantasie ruim baan geven. Die overgang van harde
realiteit naar pure fictie – waarbij hij ruimschoots gebruikmaakt van
ooit gehoorde (anonieme) verhalen, dromen, eigen ervaringen en
verzinsels – kostte hem enkele jaren.
Of het dat waard was?
Het oordeel is aan de lezer.