De Panter, een misdaadbestrijdingsorganisatie, krijgt opdrachten om zaken op te lossen die niet altijd zo voor de hand liggen. De organisatie heeft een strakke hiërarchiek en wordt gerund door een man die onbekend wenst te blijven. Zelfs zijn medewerkers weten niet wie hij is.
Deze medewerkers zijn allen afgestudeerde juristen strafrecht, die na het behalen van hun titel geronseld worden, en een degelijke opleiding krijgen alvorens ze de straat op gaan.
Vijf zaken komen tot een oplossing en de verdachten worden overgedragen aan de officier van justitie voor verdere vervolging.
Willem J. de Wilde (1955) schreef tijdens zijn schooltijd in de schoolkrant van het 1e VCL in Den Haag. Ook schreef hij artikelen in het personeelsblad van een grote verzekeraar. Na zijn verhuizing naar Vogelenzang, begon hij de Panterverhalen te schrijven voor zijn kinderen, om hen zodoende te stimuleren meer te gaan lezen.
Het verzekeringsvak heeft hij inmiddels verlaten en runt samen met zijn vriendin een horecabedrijf in Rijkevoort.
Deze medewerkers zijn allen afgestudeerde juristen strafrecht, die na het behalen van hun titel geronseld worden, en een degelijke opleiding krijgen alvorens ze de straat op gaan.
Vijf zaken komen tot een oplossing en de verdachten worden overgedragen aan de officier van justitie voor verdere vervolging.
Willem J. de Wilde (1955) schreef tijdens zijn schooltijd in de schoolkrant van het 1e VCL in Den Haag. Ook schreef hij artikelen in het personeelsblad van een grote verzekeraar. Na zijn verhuizing naar Vogelenzang, begon hij de Panterverhalen te schrijven voor zijn kinderen, om hen zodoende te stimuleren meer te gaan lezen.
Het verzekeringsvak heeft hij inmiddels verlaten en runt samen met zijn vriendin een horecabedrijf in Rijkevoort.
