Als de Japanners Indonesië binnenvallen wordt de echtgenoot van Eva, die in het leger zit, overgeplaatst. De Japanners veroveren Indonesië en Hans wordt krijgsgevangen gezet in een kamp in Soerabaja. Eva is op dat moment zwanger van hun eerste kind. Ze belooft Hans alles over hun kind op te schrijven in een dagboek dat hij haar geeft vlak voor zijn vertrek naar het kamp. Nadat hun zoontje, Arthur, wordt geboren gaat ze op zoek naar Hans en vindt hem in het kamp, waar ze met grote moeite kans ziet om hem te spreken. Uiteindelijk komen ook Eva en Arthur in een Jappenkamp terecht, waar ze ondanks ziektes en voedselschaarste weten te overleven. Temidden van de ellende van het kamp houdt Eva trouw het dagboek bij, dat Hans haar gegeven heeft. De Japanners worden verslagen en de Nederlandse gevangenen worden door de Indonesiërs opnieuw in kampen geplaatst. De omstandigheden hier zijn niet echt veel beter dan in het Jappenkamp. Na de bevrijding begint Eva haar zoektocht naar Hansom te ontdekken dat haar grootste angst werkelijkheid is geworden.