Dit boek is ook uitgegeven onder de titel: 'Mannenzaal', geschreven onder het pseudoniem Stefan Doerner.
Op Paviljoen 3 van een Duits streekziekenhuis zijn alle bedden bezet. Hoofdzuster Angela, door haar patiënten ook wel de "hemelse vleermuis" genoemd, regeert er met ijzeren hand. Alleen als verpleegster Inge dienst heeft heerst er een ontspannen sfeer. Dan mogen de heren patiënten een sigaret roken en een kaartje leggen. Iedere dag maakt professor Morus, de geneesheer-directeur, zijn ronde over de afdeling. Alleen hij kent het duistere verleden van verpleger Paul Beisselmann. Beisselmann is een moordenaar. Ooit betrapte hij zijn vrouw met haar minnaar in zijn eigen bed, en wurgde hij beiden met zijn blote handen. Graag zou de ziekenbroeder zijn gruwelijke misdaad willen vergeten, maar steeds weer wordt Beisselmann door het verleden ingehaald, vooral wanneer hij de beeldschone echtgenote van patiënt Frerich leert kennen.
