Veel van de kunstwerken die wij nu beschouwen als onvervreemdbaar
erfgoed, zijn in de zeventiende en achttiende eeuw keer op keer ter
veiling gebracht. Voordat ze voorgoed in het museum belandden,
wisselden ze voortdurend van eigenaar. Sommige voorwerpen werden
echter indertijd juist niet verkocht maar bij testament vermaakt, vaak
met de uitdrukkelijke bedoeling ze voor de familie te behouden. Wat
voor voorwerpen waren dat en welke betekenis werd eraan gehecht?
In Pro memorie - een Gouden Eeuw als erfenis gaat Frans Grijzenhout
in op deze vragen. Daarbij heeft hij in het bijzonder oog voor de rol van
weduwen en dochters van erflaters bij het behoud van kunstvoorwerpen
uit de Gouden Eeuw en voor de actieve inspanning die kunstenaars en hun nazaten hebben geleverd om hun werk te bewaren.
Frans Grijzenhout is hoogleraar Kunstgeschiedenis van de nieuwere tijd aan de Universiteit van Amsterdam. Hij beweegt zich op een breed terrein van onderzoek naar kunst en politiek, musea en erfgoed, en publiceerde onder andere De Gouden Eeuw in perspectief (1992, met Henk van Veen), De burger van Delft (2006, met Niek van Sas) en Erfgoed, de geschiedenis van een begrip (2007).
erfgoed, zijn in de zeventiende en achttiende eeuw keer op keer ter
veiling gebracht. Voordat ze voorgoed in het museum belandden,
wisselden ze voortdurend van eigenaar. Sommige voorwerpen werden
echter indertijd juist niet verkocht maar bij testament vermaakt, vaak
met de uitdrukkelijke bedoeling ze voor de familie te behouden. Wat
voor voorwerpen waren dat en welke betekenis werd eraan gehecht?
In Pro memorie - een Gouden Eeuw als erfenis gaat Frans Grijzenhout
in op deze vragen. Daarbij heeft hij in het bijzonder oog voor de rol van
weduwen en dochters van erflaters bij het behoud van kunstvoorwerpen
uit de Gouden Eeuw en voor de actieve inspanning die kunstenaars en hun nazaten hebben geleverd om hun werk te bewaren.
Frans Grijzenhout is hoogleraar Kunstgeschiedenis van de nieuwere tijd aan de Universiteit van Amsterdam. Hij beweegt zich op een breed terrein van onderzoek naar kunst en politiek, musea en erfgoed, en publiceerde onder andere De Gouden Eeuw in perspectief (1992, met Henk van Veen), De burger van Delft (2006, met Niek van Sas) en Erfgoed, de geschiedenis van een begrip (2007).