In 1938 wordt voor de oostkust van Afrika een prehistorische vis gevangen die wetenschappers en avonturiers gedurende de hele twintigste eeuw zal blijven fascineren: de coelacanth. Een van deze wetenschappers is André Darsan. Hij heeft zijn hele leven aan de coelacanth gewijd en bleef ook na zijn pensionering dagelijks in het onderzoekscentrum in Nantes komen. Zijn passie wordt zijn dood als hij in het laboratorium wordt vermoord. Pas dan hoort zijn dochter, Marie Faver, voor het eerst van het bestaan van haar vader. Darsans testament bepaalt dat Marie de bezitster wordt van zijn wetenschappelijke nalatenschap met als opdracht die voor publicatie gereed te maken. Voor dat doel bezoekt zij mensen uit haar vaders loopbaan die allen te maken hebben gehad met de coelacanth , de ontbrekende schakel tussen het leven in de oceanen en de eerste levende wezens op het land. Zij stuit daarbij op een?wetenschappelijke controverse op leven en dood.