Schaduw van de kathedraal

Laat op de avond wordt bij de kunsthistoricus Roman Rops een briefje bezorgd dat hem aanspoort om direct naar de monumentale Sint-Vituskathedraal op de Praagse Burcht te gaan. Daar treft hij tussen de relieken een afgehakte hand aan, en als later een lijk wordt gevonden – zonder hand en op rituele wijze ondersteboven in een gat in de grond begraven – wordt Rops als voornaamste verdachte bestempeld. Hij kent de dode en heeft vrij toegang tot de kathedraal omdat hij er een boek over aan het schrijven is. Of zou misschien Angelo Fulcanelli erachter zitten, de bouwmeester die leiding geeft aan de restauratiewerkzaamheden aan de kathedraal? Onder leiding van inspecteur Klára Broch wordt een onderzoek gestart en al snel blijkt de moord niet op zichzelf te staan.
Tegen de achtergrond van deze intrige van moorden en geweld wordt de grofgebekte Klára Broch verliefd op de erudiete Rops. Hun relatie wordt echter overschaduwd door Rops' duistere kanten. Hij houdt zijn ware aard en verleden voor Klára verborgen en blijkt een geheim met zich mee te dragen dat verband houdt met de satanische afbeeldingen uit de reeks Les Sataniques van Félicien Rops – het is geen toeval dat Rops zijn naam deelt met deze Belgische graficus en schilder. Rops is bovendien geobsedeerd door de prerafaëlieten en Dante's La divina commedia. Klára wordt op de proef gesteld: zal zij Rops voor zich weten te winnen en tevens kunnen achterhalen wie verantwoordelijk is voor de moorden in de kathedraal? De combinatie van kunst, erotiek, religie, liefde en misdaad maakt dat het boek ver boven de gangbare literaire thriller uitstijgt.