Om haar broer te zoeken, die elf jaar geleden naar Noord-Afrika is vertrokken en daar spoorloos is verdween, reageert Hilde Sievert op een advertentie waarin danseressen worden gevraagd voor het maken van een tournee door het nabije Oosten. Op de boot ontmoet ze dokter Paul Handrick en tussen deze arts Paul en Hilde ontstaat vrij spoedig een romance. Maar ook de Francaise Jacqueline Dumele, die dokter Handrick zal assisteren bij een onderzoek naar een geheimzinnige ziekte onder de Arabieren, voelt zich sterk tot hem aangetrokken en tracht de arts op alle denkbare manieren voor zich te winnen. Hilde’s broer, dr. Ir. Hans Siebvert, wordt in de woestijn vastgehouden door sjeik Amar ben Belkacem. De Arabieren willen hem beletten gebruik te maken van zijn kennis omtrent de geheime wateraderen, die de woestijn in een paradijs kunnen veranderen; zij vrezen dat hun droom van een Groot Afrikaans-Arabisch Rijk dan nooit werkelijkheid zal worden. Op een zeker moment weet Hans Sievert echter te ontsnappen en na een barre tocht vindt hij tenslotte een schuilplaats in een ruïne in de tuin van een huis, waar Hilde zich bevindt. Zij is in de handen gevallen van blanke slavinnen handelaars. Broer en zuster komen met elkaar in aanraking zonder het zelf te beseffen.
