daan heeft een kar.
die kar heet spiet.
want de kar van daan gaat graag heel snel.
op een dag mag daan naar zijn neef tim.
tim heeft ook een kar!
tim en daan gaan naar een piste.
daar doen ze een spel:
wie het eerst rond is!
wie wint er?
daan of tim?
die kar heet spiet.
want de kar van daan gaat graag heel snel.
op een dag mag daan naar zijn neef tim.
tim heeft ook een kar!
tim en daan gaan naar een piste.
daar doen ze een spel:
wie het eerst rond is!
wie wint er?
daan of tim?