Wat doet een beschadigd man met een onbeschadigd wapen?
Een beschadigd man, een onbeschadigd wapen.
Een man die niet durfde leven moet een leven redden. Hij koopt een wapen. Zijn bestaan, een kabbelend beekje, wordt een maalstroom.
Een man kuiert in een winkelstraat. Een vrouw ziet hem, en raakt helemaal ontregeld. Meteen wordt nieuwsgierigheid van de lezer gewekt. Wie is die man? Wie is die vrouw? Wat hebben ze met elkaar te maken? De spanning wordt niet alleen vastgehouden, maar geleidelijk opgevoerd. Het verhaal eindigt met een gijzeling waar de speciale eenheden aan te pas komen.
Het boek is geen whodunnit. De politie weet niet wie de misdaden heeft gepleegd, maar de lezer wel. Het boek is een whydunnit: waarom doen de personages wat ze doen? En vooral: wat zullen ze nog ondernemen? Daarin schuilt de spanning. Je weet nooit wat er zal gebeuren, en alles gebeurt in de tegenwoordige tijd. Twee keer sterven is writing to the moment. Maar het boek heeft ook diepgang: er zijn niet veel personages, maar ze zijn goed uitgewerkt.