Heen en weer; heen en weer. Deze filosofische beschouwing van drs. P. kan als het noodlot van een pontje opgevat worden. Schijnbaar doelloos heen en weer varen; van overkant naar overkant. Noud, de hoofdpersoon in dit boek, weet wel beter. Hij is zijn leven lang gefascineerd door allerlei facetten van de overkant. Zijn overtochten over de Maas als kaartjesverkoper op een klein pontje zorgen voor flashbacks die boeiende herinneringen oproepen over de overkant. Als manneke van acht jaar vroeg hij zich al af wat de echte overkant was. Maar hij maakt zich ook zorgen over de toekomst. Bestaat er een wereld zonder overkant? Naar zo?n wereld gaat hij uiteindelijk op zoek.