Deze debuutroman is het verhaal van een driehoeksverhouding. Jacques, een pas gescheiden Brusselse tandarts, smacht naar een zorgeloze zomer aan de Méditerranée. Zijn zoon Jonathan wil een fietsvakantie in de bergen, en het liefje Valérie gaat gewoon mee naar het zomerhuis in de Provence.
Bruisend als een Brusselse half-en-half brengt Roosen een stortvloed van lust, liefde en andersoortige verlangens op gang tussen verdrongen herinneringen en hatelijke klusjes.
Hans Lucien Roosen (1971) was syndicalist in Brazilië , boer en bankier. Delen van dit debuut vielen al in de prijzen op literaire concours in Amsterdam en Brussel.