Voorjaar '44: een van oorsprong Tsjechisch dorpje aan de voet van de Karpaten wordt ingenomen door de Duitse SS, die daarmee de Hongaren opvolgen. Tot dan heeft de 13-jarige Joodse Elli - geliefd vanwege haar dichttalent - een beschermd leven geleid. Dan begint ook voor haar de gruwel van ghetto, concentratiekampen, honger, kou, ziekte, vernedering. De dichterlijke, kinderlijke 13-jarige wordt in zeer korte tijd volwassen en tevens de meest praktische van de familie met een fanatiek doorzettingsvermogen om zichzelf, haar broer en moeder erdoor te slepen. Indringend en aangrijpend zijn ook haar ervaringen nadat zij bevrijd zijn, terwijl de oorlog voortduurt.